Het Madeliefje (Bellis Perennis) hoort net als de Paardenbloem bij de familie van de Composieten. Dat wil zeggen dat de bloeiwijze niet alleen bestaat uit een enkele bloem maar uit meerdere bloemen. In het geval van het Madeliefje bestaat het gele hartje uit een groot aantal buisbloempjes en de witte spatelvormige blaadjes daaromheen zijn lintbloempjes. De lintbloempjes trekken de insecten aan. Het Madeliefje bloeit het hele jaar door. Het bloempje draait met de zon mee en sluit zich bij schemering of bij regen. De voortplanting van de bloem gaat als volgt: In ieder buisbloempje zitten vijf korte meeldraden met een helmknop. Deze helmknoppen vormen een kokertje. Onder in dat kokertje zit de stamper. Voordat de stamper gevoelig is voor bestuiving valt het stuifmeel vanuit de helmknoppen in de koker. Als de stamper begint te groeien dan drukt deze het stuifmeel naar boven. Insecten kunnen het nu meenemen naar andere bloemen die al rijp zijn. dit noemen we kruisbestuiving. Kruisbestuiving is over het algemeen de beste manier van voortplanten voor de soort omdat de plant zo eigenschappen meekrijgt van beide ouders.
In de winter -als er geen insecten zijn- bestuift het Madeliefje zichzelf. De stampers worden rijp en groeien boven het kokertje uit. Daar komen ze in contact met hun eigen stuifmeel en zo bestuift het bloempje zichzelf.
hoe doen ze seksen
BeantwoordenVerwijderen