vrijdag 28 mei 2010

Lantaarntje

De orde van de Libellen bestaat uit drie subordes, waarvan de Waterjuffers (of Gelijkvleugeligen) er één is. Er zijn in de wereld 2700 soorten Juffers beschreven. In Nederland komen er 26 soorten voor. Je kunt de Juffers herkennen aan hun lichte bouw, de relatief kleine ogen die ver uit elkaar staan en aan de vleugels die de Juffer in rust achter de rug vouwt.
De Juffer op deze foto heet een Lantaarntje (Ischnura elegans) en komt algemeen voor in Europa. De Lantaarntjes vind je vooral in mei en augustus in zoetwaters zoals vijvers en brakwater. De naam is afgeleid van het blauwe segment op zijn achterlijfje.
De paring kan bij Libellen uren duren. Het mannetje kan het sperma van de voorgaande mannetjes (concurrenten) verwijderen. Na de paring legt het vrouwtje haar eitjes in waterplanten. De eitjes komen na een paar dagen uit en de larven voeden zich dan met andere larven. De ontwikkeling tot imago (het resultaat van na de metamorfose dat in staat is tot voortplanting) duurt afhankelijk van de weersomstandigheden drie maanden tot een jaar. Het imago moet haast maken met de voortplanting want de mannetjes leven dan gemiddeld nog maar vijf dagen en de vrouwtjes elf.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten